Zweeds rusthuismodel maakt Vlaamse bewoners gelukkiger

 

Twintig woonzorgcentra experimenteren met tubbe-principe

Angst voor het rusthuis? In Zweden niet. Daar krijgen de bewoners dankzij het “tubbe-principe” inspraak in het hele doen en laten van het woonzorgcentrum. Twintig Belgische rusthuizen experimenteren er nu ook mee, met financiële steun van de Koning Boudewijnstichting. “Waarom zou je een bewoner zelf geen biefstukje laten bakken?”

Om 17 uur aan tafel? Geen denken aan. Vijf uur in de namiddag, dat is het uur voor een aperitiefke, niet voor een dampend bord warm patatten voor je neus. Zo dacht Danny Vercammer (84), beroepsmilitair op rust, er tenminste over. Zo had hij het ook jarenlang gedaan, samen met zijn vrouw Marie-Jeanne. Maar dan zaten ze plots samen in het rusthuis en was 17 uur de vaste regel in woonzorgcentrum Floordam in Melsbroek.

In veel andere rusthuizen zou de conclusie onverbiddelijk geweest zijn: om 17 uur aan tafel tot het einde van je dagen. “Maar hier niet”, zegt Danny. “Ik heb iets gevraagd en ze hebben geluisterd. Dat doen ze hier.”

Danny eet nu rond 19 uur en bakt zelf zijn vlees, en als tegenprestatie ruimt hij zelf op achteraf. De tachtiger frituurt ook al eens een kroketje. Strikt genomen mag dat niet volgens de normen. “Wij durven daar wel eens van afwijken”, zegt directrice Betty Herbots. “Als daar een goed idee achter zit, waarom niet?”

Die nadruk op medezeggenschap van de bewoners, op inspraak en dialoog haalde de directie van woonzorgcentrum Floordam in Zweden. De Koning Boudewijnstichting nam een paar jaar terug verschillende rusthuizen mee naar het Tubberödshus op het Zweedse eiland Tjörn. Die geeft bewoners al langer zo veel mogelijk inspraak over hun dagelijkse leven en hoe ze hun dag invullen. Vanaf dit jaar experimenteren twintig woonzorgcentra in ons land met dat tubbe-principe, de Koning Boudewijnstichting trekt daar 250.000 euro voor uit. Floordam was bij de voorlopers.

Mondige Zweed

“We waren enthousiast, maar we hebben er geen kopie van gemaakt”, zegt Betty Herbots. “Dat kon gewoon niet. Een Zweed is mondig, assertief, komt voor zichzelf op. De stille Vlaamse aard is toch nog iets anders.”

En dus is er (nog) geen sprake van om de bewoners te laten mee beslissen over de aanwervingen van nieuw personeel, zoals ze in Zweden wel doen. Toch dringt het principe wel door in de vezels van het rusthuis. Als het personeel taarten gaat kopen in het dorp, gaat een bewoner mee. Elke bewoner elke dag van kop tot teen wassen? Hoeft niet als ze daar niet om vragen. Er is geen vast uur om te ontbijten: iedereen komt langs wanneer hij wil.

Florence Nightingale

Het personeel in Floordam draagt geen witte schort. “We willen hier geen Florence Nightingales, engelachtige verzorgers die boven de weerloze bewoners staan”, zegt Herbots. “Neen, we staan hier op gelijk niveau. Dat vergt aanpassingen, ja. Jonge personeelsleden worden ook totaal niet in die zin opgeleid. De job is daarom niet voor alle kandidaten weggelegd.”

Maar wat levert die ingrijpende nieuwe aanpak nu op? Uit een studie van de Koning Boudewijnstichting bij de zes woonzorgcentra die als eerste anderhalf jaar experimenteerden met het tubbe-principe, kwam aan het licht dat de tevredenheid van de bewoners verhoogt (het aantal bewoners dat aangaf zeer tevreden te zijn, steeg van 48 naar 60 procent), dat ze zich nuttiger voelen (van 20 naar 39 procent) en meer contact hebben met andere mensen (van 23,6 naar 37,6 procent).

Of het voor álle rusthuizen is weggelegd, is nog maar de vraag. Maar in Floordam zijn bewoners en medewerkers tevreden.

“Ik zou zeggen dat ik hier thuis ben”, zegt Danny Vercammer. “Dat lijkt mij nog het belangrijkste aan heel dat Zweedse principe.”